zonder dat het aldus verkregen peil hoger mag zijn dan het rekenkundig gemiddelde van de producentenprijzen van elke Lid-Staat, verhoogd met de in de leden 2 bis en 4 omschreven bedragen, waarbij het aldus verkregen bedrag wordt verhoogd met de ontwikkeling van de produktiekosten in de sector groenten en fruit, verminderd met de stijging van de produktiviteit; het aan te houden peil mag voorts niet lager zijn dan de voor het voorafgaande verkoopseizoen geldende referentieprijs.
However, the level thus obtained may not exceed the arithmetic mean of producer prices of each Member State plus the amounts defined in paragraphs 2a and 4, plus a figure corresponding to the trend in production costs in the fruit and vegetables sector, less a figure corresponding to the growth in productivity; the level to be adopted may moreover not be less than the reference price of the previous marketing year.