b)tijdens het uitsnijden, het uitbenen, het schoonsnijden, het in plakken snijden, het in dobbelstenen snijden, het aanbrengen van een onmiddellijke verpakking en het verpakken, het vlees op ten hoogste 3 °C voor slachtafvallen en 7 °C voor ander vlees wordt gehouden, door middel van een omgevingstemperatuur van ten hoogste 12 C° of een alternatief systeem met een gelijkwaardig effect,
(b)during cutting, boning, trimming, slicing, dicing, wrapping and packaging, the meat is maintained at not more than 3 °C for offal and 7 °C for other meat, by means of an ambient temperature of not more than 12 °C or an alternative system having an equivalent effect.