Door het burgerschap van de Unie, dat naast het nationale staatsburgerschap wordt toegekend en er dus niet voor in de plaats komt en waaraan een aantal rechten zijn verbonden, wordt beklemtoond dat de Europese volkeren, onder eerbiediging van hun eigen identiteit, culturen en tradities, deel uitmaken van een gemeenschappelijk geheel.
Citizenship of the Union, which is an addition to national citizenships rather than a substitute for it and to which is attached a set of rights, underlines the fact that the peoples of Europe, while respecting their individual identities, cultures and traditions, have affiliations in common.