296. merkt op dat de salarisverschillen tussen ambtenaren die werken voor de Europese instellingen en ambtenaren die werken voor de nationale overheden, nog steeds heel groot zijn en onder meer tot gevolg hebben dat er een gebrek aan mobiliteit is tussen het personeel op Europees niveau en dat op nationaal niveau; doet een beroep op de Commissie om een grondige studie te verrichten naar de oorzaken van deze verschillen en een langetermijnstrategie te ontwikkelen om deze verschillen te verkleinen, waarbij zij bijzondere aandacht dient te schenken aan de verschillende vergoedingen (gezins- en ontheemdingstoelagen, inrichtings- en ve
rhuisvergoedingen), jaarlijks verlof, feestdag ...[+++]en, reisdagen en vergoeding voor overwerk;
296. Notes that the differences in pay levels for civil servants working for Union institutions and for those working for national administrations, remain very high, leading, inter alia, to a lack of mobility between staff at a Union level and at national levels; calls on the Commission to carry out an in-depth study on the reasons for these differences and to develop a long-term strategy to reduce these differences, whilst paying particular attention to the different allowances (family, expatriation, installation and resettlement allowances), annual leave, holidays, travel days, and compensation for over-time;