Mededinging: de EIB werkte als gevolg van de door de Raad opgelegde tijdsdwang liever met haar oude cliënten als financiële tussenpersonen dan met andere banken, zodat sprake was van concurrentiedistorsie; sommige banken gebruikten de faciliteit om hun eigen belangen te dienen, bijvoorbeeld om klanten aan zich te binden of nieuwe klanten te werven;
Competition: the EIB, under time-constraints imposed by the Council, worked with its existing customers as financial intermediaries in preference to other banks, thereby distorting competition; notes that banks used the facility to promote their own interests, for example to retain existing or attract new clients;