16. benadrukt de bijzondere kwetsbaarheid van kustgebieden, eilanden, ultraperifere gebieden en berggebieden, waarvan de economie vaak van het toerisme afhankelijk is, voor de milieueffecten van het toerisme en de mondiale klimaatverandering, waarmee eveneens rekening moet worden gehouden in het nieuwe beleidskader voor toerisme; beklemtoont dat de investeringen ter plaatse daarom duurzaam van aard moeten zijn;
16. Emphasises the particular vulnerability of coastal regions, islands, outermost regions and mountainous regions, whose economy often depends on tourism, to the environmental effects of tourism and to the global challenge of climate change, which should also be taken into account in the new tourism framework; stresses, therefore, the need for the investments made in these regions to be sustainable;