ten minste 65 mm achter de romplijn ligt in het geval van een buigzaam geleidingssysteem van het gordeltype of een uitschuifbaar geleidingssysteem, of ten minste 100 mm in het geval van een vast, onbuigzaam geleidingssysteem, en
Is at least 65 mm behind the torso line, in case of a non-rigid webbing-type routing device or a deployable routing device, or at least 100 mm behind the torso line, in the case of a fixed rigid routing device; and,