Voor een instelling die volgens het toepasselijke nationale recht als onderlinge maatschappij, coöperatie, spaarinstelling of soortgelijke instelling is erkend, moet in sommige gevallen onderscheid worden gemaakt tussen de houders van tier 1-kernkapitaalinstrumenten en de leden van deze instelling, aangezien leden over het algemeen verplicht zijn kapitaalinstrumenten te bezitten om het recht op dividenden alsmede het recht op een deel van de winsten en reserves te kunnen laten gelden.
For an institution recognised under applicable national law as a mutual, cooperative society, savings institution or similar institution, it is appropriate in some cases to distinguish between the holders of the institution’s Common Equity Tier 1 instruments and the members of that institution since members generally need to hold capital instruments in order to be entitled to a right to dividends, as well as to a right to a part of the profits and reserves.