C. overwegende dat ontwikkelingslanden als China, Bangladesh, India en Vietnam sinds het einde van de Overeenkomst inzake textiel- en kledingproducten en als gevolg van de hoge arbeidsintensiviteit in de confectiekledingsector, mondiale producenten zijn geworden; overwegende dat Bangladesh na China de grootste exporteur van kleding ter wereld was geworden, met een van de laagste salarissen in de kledingindustrie en een kledingsector die bijna 85 % van de export van het land vertegenwoordigde; overwegende dat 60 % van de kledingproductie in het land bestemd was voor de EU, de belangrijkste exportmarkt van Bangladesh;
C. whereas, following the end of the Multi-Fibre Agreement, and due to the high labour intensity of the RMG sector, developing countries such as China, Bangladesh, India and Vietnam have become global producers; whereas Bangladesh had become the second-largest exporter of garments in the world after China, with one of the lowest garment wages, the textile sector providing for almost 85 % of the country’s exports; whereas 60 % of its clothing output is going to the EU, which is Bangladesh’s major export market;