Op grond van artikel 46 kan iedere overeenkomstsluitende partij met inachtneming van het nationale recht in individuele gevallen, zonder een daartoe strekkend verzoek, de betrokken overeenkomstsluitende partij "informatie meedelen die voor de ontvangende overeenkomstsluitende partij ter verlening van bijstand bij de bestrijding van toekomstige strafbare feiten, ter voorkoming van strafbare feiten of ter afwending van gevaar voor de openbare orde en veiligheid van belang kunnen zijn".
Article 46 permits each Contracting Party, in particular cases, in compliance with its national legislation and without being asked, to send another Contracting Party concerned 'any information which may be of interest to it in helping prevent future crime and to prevent offences against or threats to public order and security'.