1. Voor de toepassing van deze verordening wordt onder „bedrijfstak van de Gemeenschap” verstaan, de gezamenlijke producenten in de Gemeenschap van de soortgelijke producten of diegenen van deze producenten wier gezamenlijke productie van de betrokken producten een groot deel van de totale communautaire productie van deze producten als omschreven in artikel 10, lid 6, uitmaakt, met dien verstande dat:
1. For the purposes of this Regulation, the term ‘Community industry’ shall be interpreted as referring to the Community producers as a whole of the like products or to those of them whose collective output of the products constitutes a major proportion, as defined in Article 10(6), of the total Community production of those products, except that: