d) "voorspan" bedoeld bij de onderverdelingen 0201 20 30 en 0202 20 30: het voorste deel van het hele geslachte dier dat alle beenderen, alsmede de hals en de schouder omvat, met ten minste vier paar en ten hoogste tien paar ribben (waarbij de eerste vier paar hele ribben moeten zijn, terwijl de overige paren uit delen van ribben mogen bestaan), met of zonder vang;
(d) "unseparated forequarters", for the purposes of subheadings 0201 20 30 and 0202 20 30: the front part of a carcase comprising all the bones and the scrag, neck and shoulder, with a minimum of four pairs of ribs and a maximum of 10 pairs of ribs (the first four pairs of ribs must be whole, the others may be cut) with or without the thin flank;