9. Onverminderd de verantwoordelijkheden van de directeur, zoals beschreven in artikel 11, ziet het dagelijks bestuur in opdracht van de Raad van bestuur toe op de uitvoering van de besluiten van de Raad van bestuur en neemt het in de tijd tussen twee vergaderingen van de Raad van bestuur alle voor het behoorlijk bestuur van het Agentschap noodzakelijke maatregelen. De Raad van bestuur kan de in de artikelen 10, 13, 14 en 15 bedoelde bevoegdheden niet aan het dagelijks bestuur delegeren.
9. Without prejudice to the responsibilities of the Director, as set out in Article 11, the Bureau shall, as delegated by the Governing Board, monitor the implementation of the decisions of the Governing Board and take all necessary measures for the proper governing of the Agency between the Governing Board meetings. The Governing Board may not delegate to the Bureau the competences referred to in Articles 10, 13, 14 and 15.