Voorbeelden van eigen-vermogensinstrumenten zijn gewone aandelen zonder terugneemverplichting („non-puttable ordinary shares”), sommige puttable instrumenten (zie de alinea's 16A en 16B), sommige instrumenten die voor de entiteit een verplichting met zich brengen om uitsluitend bij liquidatie een proportioneel deel van de nettoactiva van de entiteit aan een andere partij te leveren (zie de alinea's 1
6C en 16D), sommige soorten preferente aandelen (zie de alinea's TL 25 en TL
26), en warrants of geschreven callopties die de houder ervan
...[+++] het recht geven in te schrijven op een vast aantal gewone aandelen zonder terugneemverplichting van de uitgevende entiteit, of deze te verwerven, in ruil voor een vast bedrag aan geldmiddelen of een ander financieel actief.
Examples of equity instruments include non-puttable ordinary shares, some puttable instruments (see paragraphs 16A and 16B), some instruments that impose on the entity an obligation to deliver to another party a pro rata share of the net assets of the entity only on liquidation (see paragraphs 16C and 16D), some types of preference shares (see paragraphs AG25 and AG26), and warrants or written call options that allow the holder to subscribe for or purchase a fixed number of non-puttable ordinary shares in the issuing entity in exchange for a fixed amount of cash or another financial asset.