Het vermogen om de verwachte problemen in hun aard en omvang op te vangen is afhankelijk van de natuurlijke omstandigheden van de betreffende regio (berggebieden krijgen bijvoorbeeld te maken met andere problemen dan laag gelegen gebieden), de fysiologische gevoeligheid van d
e bosvegetatie, het aanpassingsvermogen van de individuele ecosystemen, de intensiteit van de verwachte klimaatveranderingen (voor Midden- en Oost-Europa wordt bijvoorbeeld een anderhalf keer zo sterke verandering verwacht dan het wereldwijde gemiddelde) en van de technische mogelijkheden van het bosbeheer om aanpassingsmaatregelen te treffen, zoals verandering van d
...[+++]e samenstelling van de vegetatie naar resistentere soorten.
The ability to cope with the type and range of expected problems depends on natural regional conditions (mountainous areas, for example, are exposed to different problems than those of low lying areas), on the physiological sensitivity of forest vegetation, on how far individual ecosystems have developed their potential to adapt, on the intensity of the expected climate change (in Central and Eastern Europe, for instance, the change is projected to be one and a half times greater than the global average) and on the technical possibilities available to forestry to take adaptive action, for example, by changing species composition in favour of resistant trees.