benadrukt dat voor enkele centrale onderdelen van de richtlijn energie-efficiëntie (slimme verbruiksmeting, warmtekrachtkoppeling, saneringsplannen) meer tijd nodig is en dat een stabiel kader voor energie-efficiëntie in de periode na 2020 essentieel is, zodat investeerders, overheden en bedrijven het noodzakelijke vertrouwen en een stabiele regelgeving krijgen om aan projecten en innovaties te beginnen, omdat deze geweldige mogelijkheden bieden voor een lager energieverbruik en daarmee voor lagere kosten voor de consument; merkt op dat de vraag en de markt de beste drijfveren zijn voor deze projecten.
Stresses that some key elements of the Energy Efficiency Directive (e.g. smart meters, cogeneration and renovation plans) need more time, and that a stable post-2020 energy efficiency framework is essential in order to give the necessary confidence and regulatory stability to investors, public authorities and enterprises to launch projects and innovations, as they have great potential to lower the consumption of energy and thus lower the cost for the consumer; notes that public demand and the market are essential drivers for these projects.