Beide partijen waren het erover eens dat voor vrede in de regio op de eerste plaats de volledige tenuitvoerlegging nodig is van de bestaande overeenkomsten tussen Israël en de Palestijnen, met name de herschikking vanuit Hebron en de zones B en C, en een snelle hervatting van de onderhandelingen over de permanente status en nog onopgeloste vraagstukken als de definitieve status van Jeruzalem, de nederzettingen, de vluchtelingen en het recht op zelfbeschikking voor de Palestijnen met alle implicaties van dien.
Both sides agreed that peace in the region requires, as a first step, the full implementation of existing agreements between Israel and the Palestinians, in particular the redeployment from Hebron and in zones B and C and the urgent recommencement of the permanent status negotiations on outstanding issues which are the final status of Jerusalem, settlements, refugees and self-determination for the Palestinians with all that this implies.