In afwijking van artikel 3, onder a), en onverminderd artikel 2, kunnen de lidstaten toestaan dat - voor zoötechnische doeleinden - aan landbouwhuisdieren andere geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik met oestrogene werking dan 17ß-oestradiol en esterachtige derivaten daarvan, of geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik met androgene of gestagene werking worden toegediend die overeenkomstig Richtlijn 2001/82/EG van het Europees Parlement en de Raad van 6 november 2001 tot vaststelling van een communautair wetboek betreffende geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik zijn toegestaan.
Notwithstanding Article 3(a) and without prejudice to Article 2, Member States may authorise the administering to farm animals, for the purpose of zootechnical treatment, of veterinary medicinal products having an oestrogenic (other than oestradiol 17β and its ester-like derivatives), androgenic or gestagenic action which are authorised in accordance with Directive 2001/82/EC of the European Parliament and of the Council of 6 November 2001 on the Community code relating to veterinary medicinal products .