3. constateert eveneens met bezorgdheid dat dit ook geldt voor seksueel, huiselijk en genderbepaald geweld tegen vrouwen, jongens en meisjes, genitale verminking van vrouwen, mensenhandel met het oog op seksuele uitbuiting, geweld dat het gevolg is van de wrede en onmenselijke toepassing van de sharia die in sommige landen wordt toegepast, eerwraak en seksueel misbruik en verkrachting als middel van oorlogsvoering, die worden beschouwd als genderbepaalde vervolging in de zin van Richtlijn 2004/83/EG; wijst er andermaal op dat het noodzakelijk is concrete criteria vast
te stellen voor de verlening van asiel of de toekenning van een human
...[+++]itair statuut, speciaal voor vrouwen die onder dit soort van geweld te lijden hebben; beklemtoont de noodzaak om bij de behandeling van asielverzoeken rekening te houden met de genderdimensie en vooral met geweld tegen vrouwen; 3. Notes, again with concern, that the same applies to sexual, domestic and gender-based violence against women, boys and girls, female genital mutilation, human trafficking for sexual purposes, violence suffered because of the cruel and inhuman enforcement of Sharia law in certain countries, crimes of honour and sexual abuse, rape as a weapon of war, which constitute acts of gender-specific persecution as referred to in Directive 2004/83/EC; points out that specific criteria need to be
introduced for granting asylum or special humanitarian status to women suffering under this type of violence; stresses the need for gender issues and,
...[+++]in particular, violence against women, to be taken into account during consideration of asylum applications;