5. Bij ontbreken van bewijs dat een voorwerp gebruikte EEA is en niet AEEA volgens de overeenkomstig de punten 1, 3 en 4 vereiste documenten en van passende bescherming tegen beschadiging tijdens het vervoer en het in- en uitladen, met name door voldoende verpakking of passende stapeling van de lading, dienen de instanties van de lidstaten de betrokken apparaten als AEEA te beschouwen en ervan uit te gaan dat de lading het voorwerp is van illegale overbrenging.
5. In the absence of proof that an object is used EEE and not WEEE through the appropriate documentation required in points 1, 3 and 4 and of appropriate protection against damage during transportation, loading and unloading in particular through sufficient packaging or appropriate stacking of the load, Member State authorities shall consider that an item is WEEE and presume that the load comprises an illegal shipment.