– onder verwijzing naar zijn resoluties van 11 maart 1999 over de mededeling van de Commissie: De rol van de Europese Unie in het vredesproces en toekomstige hulp van de Unie aan het Midden-Oosten (COM(1997) 715 - C4-0114/1998) , van 20 januari 2000 over het vredesproces in het Midden-Oosten , van 5 oktober 2000 over de situatie in het Midden-Oosten , van 17 mei 2001 over de situatie in het Midden-Oosten en van 7 februari 2002 over de situatie in het Midden-Oosten , alsmede zijn aanbeveling aan de Raad van 13 december 2001 betreffende de crisis in het Midden-Oosten en de rol van de Europese Unie in de regio ,
– having regard to, in particular, its resolutions of 11 March 1999 on the Commission communication: 'The role of the European Union in the peace process and its future assistance to the Middle East' (COM(1997) 715 - C4-0114/1998) of 20 January 2000 on the Middle East peace process of 5 October 2000 , 17 May 2001 and 7 February 2002 on the situation in the Middle East, and its recommendation to the Council of 13 December 2001 on the crisis in the Middle East and the role of the European Union in the region ,