Bijzondere of uitsluitende rechten inzake de invoer en afzet van eindapparatuur leiden hoe dan ook tot een toestand die strijdig is met de doelstelling van artikel 3, onder g), van het Verdrag, dat de invoering van een regime vooropstelt waarin wordt gewaarborgd dat de mededinging in de interne markt niet wordt vervalst, en dat a fortiori vereist dat de mededinging niet wordt uitgeschakeld.
Special or exclusive rights to import and market terminal equipment give rise to a situation which is contrary to the objective of Article 3(g) of the Treaty, which provides for the institution of a system ensuring that competition in the internal market is not distorted, and requires a fortiori that competition must not be eliminated.