Ingeval zoet water de grens tussen lidstaten vormt of overschrijdt en een van de betrokken staten dit water overweegt aan te wijzen, dienen deze staten overleg te plegen over de vaststelling van de wateren waarop deze richtlijn van toepassing kan zijn, alsmede over de gevolgen die uit de gemeenschappelijke kwaliteitsdoelstellingen voortvloeien en die na onderling overleg door elke betrokken staat worden vastgesteld.
When fresh waters cross or form national frontiers between Member States and which one of the States concerned is considering designating, the States concerned shall consult each other in order to determine the stretches of such waters to which this Directive might apply and the consequences to be drawn from the common quality objectives; these consequences shall be determined, after formal consultations, by each State concerned.