De lidstaten mogen aselecte metingen in plaats van continue metingen uitvoeren voor benzeen, lood en zwevende deeltjes indien zij de Commissie kunnen aantonen dat de onzekerheid, met inbegrip van de onzekerheid die het gevolg is van de aselecte bemonstering, in overeenstemming is met de kwaliteitdoelstelling van 25 % en dat de bestreken tijd nog altijd meer bedraagt dan de minimaal bestreken tijd voor indicatieve metingen.
Member States may apply random measurements instead of continuous measurements for benzene, lead and particulate matter if they can demonstrate to the Commission that the uncertainty, including the uncertainty due to random sampling, meets the quality objective of 25 % and the time coverage is still larger than the minimum time coverage for indicative measurements.