3 . Wordt tijdens de exploitatie geconstateerd dat het natuurlijk mineraalwater verontreinigd is en niet voldoet aan de bij artikel 5 bepaalde bacteriologische kenmerken , dan moet de exploitant onverwijld alle exploitatiehandelingen , in het bijzonder het bottelen , opschorten tot de oorzaak van de verontreiniging opgeheven is en het water aan artikel 5 voldoet .
3. Where it is found during exploitation that the natural mineral water is polluted and no longer presents the microbiological characteristics laid down in Article 5, the person exploiting the spring must forthwith suspend all operations, particularly the bottling process, until the cause of pollution is eradicated and the water complies with the provisions of Article 5.