Zoals in de jurisprudentie van het Hof van Justitie wordt erkend, vormen de bepalingen van hoofdstuk 3 van het Verdrag, met betrekking tot gezondheid en veiligheid, een samenhangend geheel, waarbij de Commissie vrij ruime bevoegdheden worden toegekend met het oog op de bescherming van de bevolking en het milieu tegen de gevaren van radioactieve besmetting.
As recognised by the Court of Justice in its case-law, the provisions of Chapter 3 of the Treaty, related to health and safety, form a coherent whole conferring upon the Commission powers of some considerable scope in order to protect the population and the environment against risks of nuclear contamination.