Een dergelijke interpretatie moet worden voorkomen, ten eerste omdat dit tot eugenetica kan leiden, en ten tweede omdat de beslissing of er een test op genetische kenmerken moet plaatsvinden, bijv. genetisch bepaalde aandoeningen in het kader van een in vitro-bevruchting, door de lidstaten moet worden genomen.
Such an interpretation must be avoided, since first of all it can lead to eugenics, and secondly the decision as to whether testing should be carried out for genetic characteristics, e.g. genetic disorders, in the context of in vitro fertilisation is a decision which should rest with the Member States.