12. is sterk gekant tegen het gebruik van drones voor buitengerechtelijke en extraterritoriale executies; vraagt dat het gebruik van drones hiervoor wordt verboden, overeenkomstig zijn voormelde resolutie van 27 februari 2014 over de inzet van gewapende drones, waarin in paragraaf 2, onder a) en b), ertoe wordt opgeroepen "zich te verzetten tegen en een verbod uit te vaardigen op de praktijk van buitengerechtelijk doelgericht doden" en "ervoor te zorgen dat de lidstaten, overeenkomstig hun wettelijke verplichtingen, zich niet bezondigen aan onwettig doelgericht doden of het andere landen gemakkelijk maken dit te doen";
12. Firmly opposes the use of drones in extrajudicial and extraterritorial killings; demands the ban on the use of drones for this purpose pursuant to its aforementioned resolution of 27 February 2014 on the use of armed drones which calls, in paragraph 2(a) and (b), to ‘oppose and ban the practice of extrajudicial targeted killings’ and to ‘ensure that the Member States, in conformity with their legal obligations, do not perpetrate unlawful targeted killings or facilitate such killings by other states’;