Traduction de «donor die negatief is voor het antigeen » (Néerlandais → Anglais) :

TERMINOLOGIE

donor die negatief is voor het antigeen
donor negative for the antigen

donor die negatief is | negatieve donor
negative donor

cel negatief voor CD3-antigeen en positief voor CD16-antigeen en CD56-antigeen
CD3-CD16+CD56+ cell

cel positief voor CD8-antigeen en negatief voor HLA-antigeen en positief voor DR-antigeen
CD8+HLA-DR+ cell

lymfocyt negatief voor CD3-antigeen en positief voor zowel CD16-antigeen als CD56-antigeen
CD3-CD16+CD56+ Lymphocyte

antigeen van de donor
antigen from the donor

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Een testserum is negatief indien het geen specifieke lijn vormt met het antigeen en indien het de lijn van het controleserum niet buigt.
A test serum is negative if it does not form a specific line with the antigen and it does not bend the line of the control serum.

De putjes 2A en 2B zijn de negatieve controles en bevatten BTV-antigeen, negatief antiserum tegen BTV, monoklonaal antilichaam en conjugaat.
Wells 2A and 2B are the negative controls, which contain BTV antigen, BTV negative antiserum, Mab and conjugate.

De donors moeten negatief reageren op tests op HIV 1 en 2, HCV, HBV en syfilis op een serum- of plasmamonster, overeenkomstig bijlage II, punt 1.1; daarnaast moeten spermadonors negatief reageren op een test op Chlamydia op een urinemonster getest met behulp van de nucleïnezuuramplificatietechniek (NAT).
the donors must be negative for HIV 1 and 2, HCV, HBV and syphilis on a serum or plasma sample, tested in accordance with Annex II, point 1.1, and sperm donors must additionally be negative for chlamydia on a urine sample tested by the nucleic acid amplification technique (NAT).

De donors moeten negatief reageren op tests op HIV 1 en 2, HCV, HBV en syfilis op een serum- of plasmamonster, overeenkomstig bijlage II, punt 1.1; daarnaast moeten spermadonors negatief reageren op een test op Chlamydia op een urinemonster getest met behulp van de nucleïnezuuramplificatietechniek (NAT).
the donors must be negative for HIV 1 and 2, HCV, HBV and syphilis on a serum or plasma sample, tested in accordance with Annex II, point 1.1, and sperm donors must additionally be negative for chlamydia on a urine sample tested by the nucleic acid amplification technique (NAT);

2.4.2. De gevoeligheid van het antigeen moet worden gestandaardiseerd tegenover het OIEISS op zodanige wijze dat een 1/500 verdunning van het OIEISS in negatieve melk positief reageert, terwijl een 1/1000 verdunning negatief reageert.
2.4.2. The antigen sensitivity must be standardised in relation to the OIEISS in such a way that the antigen produces a positive reaction with a 1/500 dilution of the OIEISS in negative milk, while a 1/1000 dilution should be negative.

2.5.2. Het antigeen wordt bereid zonder rekening te houden met de celconcentratie, maar de gevoeligheid ervan moet worden gekalibreerd ten opzichte van het OIEISS op zodanige wijze dat een verdunning van 1/45 van het OIEISS positief reageert en een verdunning van 1/55 negatief reageert.
2.5.2. The antigen shall be prepared without reference to the cell concentration, but its sensitivity must be standardised in relation to the OIEISS in such a way that the antigen produces a positive reaction with a serum dilution of 1/45 and a negative reaction with a dilution of 1/55.