In zijn ontwerpverslag stelde de rapporteur vast dat het doel van een eenvormige verkiezingsprocedure in verschillende etappes moet worden verwezenlijkt en dat het begrip "eenvormigheid" niet de volledige gelijkheid van de verkiezingsprocedures betekent, maar eerder overeenstemming over de essentiële elementen van die procedures (kiesstelsel, actief en passief kiesrecht).
In that proposal, the rapporteur considered that the goal of a uniform electoral procedure should be attained in stages, and that the concept of 'uniformity' did not mean absolutely identical electoral procedures, but rather concordance between the key elements of those procedures (electoral system, entitlement to vote and eligibility to stand for election).