Dochteronderneming B zou in haar geconsolideerde jaarrekening de externe schuld kunnen aanmerken als een afdekking van het GBP/USD-risico dat verbonden is aan haar netto-investering in dochteronderneming C. De moedermaatschappij zou de aanmerking van dat hedginginstrument door dochteronderneming B als een afdekking van haar netto-investering van US$300 miljoen in d
ochteronderneming C tegen het GBP/USD-risico (zie alinea 13) kunnen overnemen, en de moedermaatschappij zou het in GBP luidende hedginginstrument dat ze aanhoudt als een afdekking van haar volledige netto-investerin
...[+++]g van £500 miljoen in dochteronderneming B kunnen aanmerken. De eerste afdekking, aangemerkt door dochteronderneming B, zou worden beoordeeld op basis van de functionele valuta van dochteronderneming B (Britse pond) en de tweede afdekking, aangemerkt door de moedermaatschappij, zou worden beoordeeld op basis van de functionele valuta van de moedermaatschappij (euro). Subsidiary B could designate the external debt as a hedge of the GBP/USD risk of its net investment in Subsidiary C in its consolidated financial statements. Parent could maintain Subsidiary B’s designation of that hedging instrument as a hedge of its US$300 million net
investment in Subsidiary C for the GBP/USD risk (see paragraph 13) and Parent could designate the GBP hedging instrument it holds as a hedge of its entire £500 million net investment in Subsidiary B. The first hedge, designated by Subsidiary B, would be assessed by reference to Subsidiary B’s functional currency (pounds sterling) and the second hedge, designated by Parent
...[+++], would be assessed by reference to Parent’s functional currency (euro).