De gecombineerde doelstelling van bevordering van het culturele pluralisme en het concurrentievermogen van de Europese programma-industrie is in de richtlijn "Televisie zonder grenzen" concreet vertaald in een aantal maatregelen ten behoeve van de distributie
en de productie van Europese televisieprogramma's, eveneens met inachtneming van de bepalingen van artikel 151, lid 4, van het Verdrag, waarin de Gemeenschap wordt verplicht om bij haar optreden uit hoofde van andere bepalingen van het Verdrag rekening te houden met culturele aspecten, met name om de culturele verscheidenheid te eerbiedigen en te bevorderen. [77]. De maatregel, die
...[+++]wordt gecombineerd met aanvullende regelingen voor financiële steun, waaronder het Media-programma, is gebaseerd op de bepalingen van titel III van de richtlijn "Televisie zonder grenzen": artikel 4 (promotie van Europese producties), artikel 5 (promotie van Europese producties van onafhankelijke producenten), artikel 6 (omschrijving van het begrip "Europese producties"), artikel 7 (tijdsverloop bij uitzending van filmproducties) en artikel 9 (uitzondering voor plaatselijke televisie-uitzendingen die geen deel uitmaken van een nationaal net).In line with Article 151 (4) of the Treaty, which imposes an obligation on the Community to take cultural aspects into account in its action under other provisions of the Treaty with a view to respecting and promoting cultural diversity [77], the dual objective of promoting cultural diversity and the com
petitiveness of the European programme industry finds its concrete expression in a series of measures in favour of the distribution and pro
duction of European television programmes contained in the "television without frontiers" Direct
...[+++]ive This mechanism, which is linked to complementary financial support mechanisms such as the Media programme, is based on the provisions contained in Chapter III of the "television without frontiers" Directive: Article 4 (promotion of European works), Article 5 (promotion of European works by independent producers), Article 6 (definition of "European works"), Article 7 (chronology for broadcasting cinematographic works) and Article 9 (exemption of local television broadcasts not forming part of a national network).