Deze extra middelen zouden in de eerste plaats moeten worden toegewezen in overeenstemming met de vraag van de gebruikers die voortvloeit uit de behoeften van de verschillende beleidsmaatregelen van de EU. Het logische gevolg zou zijn dat een "begrotingslijn van de EU voor de ruimtevaart" een virtuele begrotingslijn is, terwijl de middelen zelf aan de desbetreffende beleidsmaatregelen van de EU worden toegewezen en slechts een fractie op horizontaal niveau wordt gereserveerd voor activiteiten van algemeen belang.
These extra-resources would have to be allocated above all in response to users' demands, as defined by the needs of the different EU policies. The logical consequence is that an "EU space budget line" should be a virtual one, with the actual resources being made available to the relevant EU policies and only a fraction remaining at horizontal level for activities of general interest.