Verzoek om een prejudiciële beslissing — Hof van Cassatie (België) — Uitlegging van clausule 2, punten 4 tot en met 7, van de door de UNICE, het CEEP en het EVV gesloten raamovereenkomst inzake ouderschapsverlof, bijlage bij richtlijn 96/34/EG van de Raad van 3 juni 1996 (PB L 145, blz. 4) — Deeltijds ouderschapsverlof — Ontslag van de werknemer vóór het einde van de ouderschapsverlofperiode zonder dringende reden of zonder inachtneming van de verplichte opzeggingstermijn — Berekening van vergoedingen
Reference for a preliminary ruling — Hof van Cassatie van België — Interpretation of clauses 2.4 to 2.7 of the framework agreement on parental leave concluded by UNICE, CEEP and the ETUC, annexed to Council Directive 96/34/EC of 3 June 1996 (OJ 1996 L 145, p. 4) — Parental leave in the form of part-time working — Dismissal of the employee before the end of the period of parental leave without urgent cause or without observing the statutory period of notice — Calculation of payment in lieu of notice