3. Elke lidstaat voorziet erin bij wet dat elke toezichthoudende autoriteit de effectieve adviesbevoegdheden heeft om advies te verstrekken aan de verwerkingsverantwoordelijke in overeenstemming met de procedure van voorafgaande raadpleging van artikel 28, en om op eigen initiatief dan wel op verzoek advies te verstrekken aan haar nationaal parlement en haar regering, of, overeenkomstig haar nationale recht, aan andere instellingen en organen alsmede aan het publiek over aangelegenheden die verband houden met de bescherming van persoonsgegevens.
3. Each Member State shall provide by law for each supervisory authority to have effective advisory powers to advise the controller in accordance with the prior consultation procedure referred to in Article 28 and to issue, on its own initiative or on request, opinions to its national parliament and its government or, in accordance with its national law, to other institutions and bodies as well as to the public on any issue related to the protection of personal data.