16. stelt vast dat de afname in 2012 van het aantal inbreukprocedures wegens te late omzetting ten opzichte van voorgaande jaren voornamelijk te danken was aan het feit dat er in 2012 minder richtlijnen omgezet moesten worden; erkent echter dat de statistieken voor het jaar 2013 een reële afname van het aantal inbreukprocedures wegens te late omzetting te zien geven, en het aantal inbreukprocedures eind 2013 het laagste niveau in vijf jaar tijd bereikte, hetgeen als een positief gevolg kan worden opgevat van de invoering in artikel 260, lid 3, VWEU van de spoedprocedure voor sancties in geval van niet-omzetting;
16. Notes that the decrease in late transposition infringements in 2012 compared to the previous year was mainly due to the fact that there were fewer directives to transpose in 2012 compared with previous years; recognises, however, that the statistics for 2013 show a real decrease in late transposition infringements, with the number of such infringements reaching a 5-year low at the end of that year, which could be seen as a positive outcome of the introduction in Article 260(3) TFEU of the ‘fast-track’ procedure for penalties in cases of non-transposition;