(c) de maximale capaciteit van onderbrenglocaties die bestemd zijn voor eenhoevigen en runderen, schapen, geiten, varkens, pluimvee, loopvogels en konijnachtigen.
(c) the maximum capacity for each lairage area intended for equidae and animals of the bovine, ovine, caprine and porcine species and poultry, ratites and lagomorphs.