Door de vertegenwoordigers van de Europese Commissie werd erop gewezen dat de Commissie het Verenigd Koninkrijk en Nederland toestemming gegeven had over te gaan tot noodvaccinatie, in welk verband tevens de nodige besluiten genomen waren voor het nemen van maatregelen om het vlees van gevaccineerde dieren te traceren. Het was de bedoeling ook in Cumbria noodvaccinatie toe te passen om de melkveestapel te beschermen, maar vanwege de negatieve opstelling van de voedingsmiddelenindustrie ten aanzien van producten van gevaccineerde dieren was van dat voornemen afgezien.
While pointing out that the Commission had authorised emergency vaccination in the United Kingdom as well as in the Netherlands and adopted decisions stipulating the measures necessary to trace meat from vaccinated animals, the Commission representatives said that although emergency vaccination had been envisaged in Cumbria to safeguard dairy herds, the negative perception of the products of vaccinated animals by the food industry had prevented it from being put into practice.