G. overwegende dat in de EU-richtsnoeren van 2008 inzake geweld tegen vrouwen en meisjes is neergelegd dat de bevordering van de rechten van de vrouw en de bevordering van gendergelijkheid een essentieel onderdeel moeten vormen van de politieke en mensenrechtendialoog
tussen de EU en de MONA-landen; overwegende dat betrokkenheid en een sterke positie van vrouwen in de publieke ruimte en op politiek, economisch en cultureel gebied in MONA-landen van essentieel belang is voor de bevordering van stabiliteit, vrede en economische welvaart op de lange termijn; overwegende dat versterking van de positie van vrouwen door middel van onderwijs
...[+++] van wezenlijk belang is om vrouwen en meisjes op al deze gebieden een grotere rol te laten spelen; overwegende dat maatschappelijke organisaties die zich inzetten voor vrouwenrechten en gendergelijkheid in belangrijke mate kunnen bijdragen aan de verbetering van de positie van vrouwen in de MONA-landen; G. whereas in line with the 2008 EU guidelines on violence against women and girls, the promotion of women’s rights and gender equality should be basic components of the political and human rights dialogue between the EU and the countries of the Middle East and North Africa (MENA) region; whereas the engagement and empowerment of women in the public, political, economic and cultural spheres in MENA countries is key to fostering stability, peace and economi
c prosperity in the long run; whereas the empowerment of women and girls through education is central to promoting their role in all these spheres; whereas women’s rights and gender
...[+++] equality civil society organisations can play an important role in empowering women in MENA countries;