Bij de afsluiting van de bijstandverlening wordt het bedrag aan gestort kapitaal van het fonds dat, op grond van een onafhankelijke audit, nodig is om de verstrekte garantie, inclusief de veroorzaakte beheerskosten - die niet hoger mogen liggen dan 2 % van het gestorte kapitaal op een jaarlijks gemiddelde - te dekken, als de voor medefinanciering in aanmerking komende uitgaven van het fonds (de eindbegunstigde) aangemerkt.
When the operation is closed, the eligible expenditure of the fund (the final beneficiary) is the amount of the paid-up capital of the fund necessary, on the basis of an independent audit, to cover the guarantees provided, including the incurred management costs, which may not exceed 2% of the paid-up capital on a yearly average.