11. dringt erop aan dat
humanitaire hulp en voedselhulp aan de meest kwetsbare bevolkingsgroepen, louter op basis van behoeften, moeten worden verstrekt, en herinnert alle partijen in het conflict in Zuid-Sudan aan hun verplichting
om de neutraliteit, onafhankelijkheid en onpartijdigheid van humanitaire werkers te erkennen en eerbiedigen, om levensreddende hulp aan mensen in nood te vergemakkelijken, ongeacht hun politieke banden en etniciteit, en om onmiddellijk een einde te maken aan alle intimidatie van hulpverleners, inbeslagname
...[+++]van humanitaire goederen en misbruik van hulp; vraagt ook dat het "ngo-wetsontwerp" wordt ingetrokken of verworpen;
11. Insists that humanitarian aid and food assistance must be provided to the most vulnerable purely on a needs basis, and reminds all parties to the conflict in South Sudan of their obligation to recognise and respect the neutrality, independence and impartiality of humanitarian workers, to facilitate life-saving assistance to people in need, regardless of their political affiliations and ethnicity, and to stop immediately all harassment of aid workers, commandeering of humanitarian assets and diversion of aid; requests, also, that the ‘NGO bill’ be withdrawn or rejected;