Wat betreft de criteria om te bepalen of de voorwaarden voor uitkering objectief te rechtvaardigen zijn en los staan van nationaliteit, merkt de advocaat-generaal in de eerste plaats op dat wanneer de voorwaarden voor in het gastland wonende burgers van de Unie belastender zijn dan voor de eigen onderdanen, dit op het eerste gezicht indirecte discriminatie op grond van nationaliteit is, hetgeen in strijd is met het EG-Verdrag. Deze discriminatie kan echter gewettigd zijn, indien zij gerechtvaardigd is en evenredig aan een legitiem doel.
In relation to the criteria for determining whether eligibility conditions are objectively justifiable and independent of nationality, the Advocate General firstly observes that, where eligibility conditions are more cumbersome for EU citizens resident in the host Member State than for nationals, this constitutes, prima facie, indirect discrimination on grounds of nationality contrary to the Treaty. However such discrimination may be valid if it is justified and proportionate to a legitimate aim.