1.30. „verlichtingsoppervlak”: in het geval van een achterlicht of parkeerlicht of een grootlichtkoplamp, dimlichtkoplamp of mistvoorlicht zonder reflector, de orthogonale projectie van het licht in een vlak dat loodrecht staat op de referentieas ervan en raakt aan het lichtuitstralende buitenoppervlak van het licht; deze projectie is begrensd door de schermranden die in dit vlak liggen en die maar 98 % van de totale lichtsterkte van het licht in de richting van de referentieas doorlaten.
‘Illuminating surface’ means the orthogonal projection of the lamp in a plane perpendicular to its axis of reference and in contact with the exterior light-emitting surface of the lamp, this projection being bounded by the edges of screens situated in this plane, each allowing only 98 % of the total luminous intensity of the light to persist in the direction of the axis of reference in the case of rear position lamp, parking lamp, and of main-beam headlamp, dipped-beam headlamp, front fog-lamp, which are without reflector.