Het voorbeeld dat uw rapporteur het beste kent, is Scandinavië, waar vijf onafhankelijke staten (Zweden, Denemarken, Finland, Noorwegen en IJsland, die alle verschillende handels- en veiligheidspolitieke banden hebben, drie autonome regio's (Faeröer, Groenland en Åland) en tot op zekere hoogte een volk zonder nauwkeurig afgebakende territoriale basis (Samen), hun bijdrage leveren aan een algemene samenwerkingsstructuur die bestaat uit een gemeenschappelijke arbeidsmarkt, een paspoortunie, een ministerraad, een parlementaire vergadering en nog een vijftigtal samenwerkingsinstellingen.
The example with which the rapporteur is most familiar is that of the Nordic countries, in which five sovereign States, i.e. Sweden, Denmark, Finland, Norway and Iceland (with various forms of trade and security ties) and three autonomous territories (Faeroe Islands, Greenland and the Åland Islands), and, to a certain extent, one nation without a precisely demarcated territory (the Sami), work together in the framework of a structure providing for wide-ranging cooperation, which has long included a common labour market, cross-border movement without
the requirement for passports, a council of ministers and a parliamentary assembly, as we
...[+++]ll as a further fifty or so institutions fostering cooperation in different fields.