A. overwegende dat het vanuit beleidsoogpunt noodzakelijk is de infrastructuur in de Unie aan te passen, met name de vervoersinfrastructuur en de vervoers- en logistieke diensten - variërend van de grote netwerken zoals de Trans-Europese vervoersnetten (TEN-T) tot de specifieke voorzieningen zoals havens en luchthavens, logistieke en overslagcentra, en de voorzieningen in verband met het stedelijk vervoer (parkeerplaatsen, plaatselijke treinen, trams, metro, autobussen en plaatselijk openbaar vervoer) - die enorm veel geld kosten en daardoor de begrotingen van de lidstaten steeds meer belasten,
A. having regard to the strategic need to update the infrastructure of the Union and especially transport infrastructure and services and logistics – from large-scale networks such as TEN-T to specific ones such as ports and airports, logistics platforms and modal interchange platforms, and those related to urban transport (car parks, local railways, tramlines, underground systems, buses and local public transport services) – which, because of their huge financial dimension, place increasing pressure on Member States' budgets,