Derhalve moeten de regels van het ethische kader van de ECB, d.w.z. de Gedragscode voor de leden van de Raad van bestuur (2), de aanvullende Code met ethische criteria voor de directieleden (3), de Gedragscode voor de leden van de Raad van toezicht en de ECB-personeelsverordeningen en -regelingen, coherent geïnterpreteerd worden.
Therefore, the various rules constituting the ECB ethics framework, i.e. the Code of Conduct for the members of the Governing Council (2), the Supplementary Code of Ethics Criteria for the members of the Executive Board (3), the Code of Conduct for the members of the Supervisory Board and the ECB Staff Rules, should be interpreted in a coherent manner.