De appels moeten gezond, schoon, vrij van ernstige schilgebreken, heel en rijp zijn. Ze moeten vrij zijn van kwetsingen en kneuzingen met een diepte van > 0,5 mm, kurkstip, rot of vervormende schurft.
The apples must be sound, clean, free from severe skin blemish, whole and ripe, and free from cuts and bruises > 0,5 mm in depth, bitter pit, rot or disfiguring scab.