Geplaatst voor de keuze tussen een patstelling of de grootste gemene deler wat wetgevingsvoorstellen betreft, zei de heer Flynn: "Zou het niet veel meer opleveren als wij in het Verdrag tastbare economische en sociale rechten opnamen, die bindend zijn voor en kunnen worden genoten door alle burgers en die, a
angezien zij direct effect sorteren, de noodzaak voor een programma
van gedetailleerde secundaire wetgeving kunnen verkleinen om een neerwaarts gerichte nivellering van de normen te voorkomen?" In dit verband haalde hij het voorbee
...[+++]ld aan van artikel 119, dat als gangmaker voor de bevordering van gelijke kansen heeft gefunctioneerd.
Faced with either stalemate or the lowest common denominator on legislative proposals, Mr Flynn said : "might it not be a more productive way forward to include in the Treaty tangible economic and social rights which would be binding on, and actionable by, all citizens, and which, by virtue of having direct effect, might reduce the need for a programme of detailed secondary legislation in order to avoid a downward levelling of standards".