2. Voor het in lid 1 omschreven gebied maken de lidstaten een raming van de visserijinspanning die door vaartuigen met een lengte over alles van 10 m of meer als jaarlijks gemiddelde van de periode van 1998 tot en met 2002 is uitgeoefend in het kader van de demersale visserij, met uitzondering van de gebieden en sectoren die vallen onder Verordening (EG) nr. 2347/2002, en de visserij van Sint-Jakobsschelp, Noordzeekrab en Europese spinkrab, en verdelen zij de aldus voor elk van deze visserijtakken geraamde visserijinspanning.
2. In the area defined in paragraph 1, Member States shall assess the levels of fishing effort exerted by vessels equal to or more than 10 metres in length overall, as an annual average of the period 1998 to 2002, for demersal fisheries, excluding those covered by Regulation (EC) No 2347/2002, and fisheries for scallops, edible crab and spider crab, and allocate the level of fishing effort thus assessed for each of those fisheries.