21. beklemtoont dat bij de keuze voor een regionaal model rekening moet worden gehouden met de problemen ten gevolg van de bijzondere aard van specifieke rechten voor de veehouderij, in het bijzonder het feit dat sommige veehouders helemaal geen of slechts zeer weinig landbouwareaal bezitten, en het feit dat de extensieve veehouderij in een groot aantal regio's van de EU stoelt op het collectief gebruik van weides in gemeenschappelijk bezit (van gemeenten, gemeenschappen of overheidsinstanties);
21. Stresses that, by opting for a transition to a regional model, account should be taken of the difficulties arising from the particular nature of specific rights for livestock farming, i.e. the fact that some livestock farmers do not have any, or have only a small area of agricultural land, and also the fact that extensive livestock farming in many regions within the EU is based on collective use of commonly held grazing land, which belongs to municipalities, communities or government bodies;